Eén streek, twee gezichten. Bij Istrië denk je op de eerste plaats aan zon en zee, aan rotsachtige baaien met mooie stranden aan turkooizen water en aan snorkelen. Maar ook aan leuke oude havenstadjes als bijvoorbeeld Rovinj, Porec of Vsar, die door hun Venetiaanse erfgoed een mediterrane charme uitstralen. Het binnenland van Istrië is volstrekt anders: landelijk, ruig en van een woestere schoonheid. Tussen de wouden, wijngaarden en velden liggen middeleeuwse dorpen op heuveltoppen. Ze wekken de indruk dat de tijd hier is blijven stilstaan. Wij gingen kijken of dit inderdaad zo is. Lees onze reiservaring en oordeel zelf.
Vrijdag 28 augustus 2015. Hoe gaan we dit reisverslag beginnen? Als in Nederland de campagne start, “De scholen zijn weer begonnen” is dat voor ons een teken om aan de najaarsvakantie te beginnen. Wederom hebben we vier weken de tijd. Om twee uur in de middag rijden we weg, via Venlo over de 61 Duitsland in. Voor we het goed en wel in de gaten hebben zijn we al bij de afrit Ahrweiler. De eerste camping die we op het oog hebben is volgeboekt! De eerste tegenslag, over op plan B de camping in Remagen. Dat is een stukje verder, jammer. Als we in Remagen aankomen blijkt “Camping Goldene Meile” perfect te zijn, de gezelligheid is alleen ver te zoeken. Veel vaste gasten die niet zoveel zeggen, zelfs geen “Gute Morgen”. Als de camper staat gaan we het centrum van Remagen in om iets te eten. Het wordt een Turks restaurantje met een prima kaart, we eten er heerlijk. Op de terugweg nemen we een lekker ijsje en zo is de eerste dag al weer bijna voorbij. Terug op de camping is alles al in ruste.
Zaterdag 29 augustus. Vandaag gaan we fietsen, de Ahr-Radweg. Een fietspad tussen de Rijn en de Eifel die over een lengte van tachtig kilometer langs de Ahr slingert. Vanaf de camping rijden weer eerst een stukje langs de Rijn naar Sinzig en vandaar naar Bad Neuenahr. Het is een mooi fietspad dat perfect te volgen is via de bordjes. Na het kuuroord Bad Neuenahr komen we in Ahrweiler. Het is een middeleeuwse stad met oude stadsmuren en vier stadspoorten. Bij een van die poorten stallen we onze fietsen. De meeste bezienswaardigheden bevinden zich rond de oude Marktplatz, met onder meer het oudste hotel van de regio. Voor we ons tussen de vele toeristen wurmen nemen we eerst “kaffee mit kuchen” per slot van rekening zijn we in Duitsland. We bezoeken de St-Laurentiuskerk, met mooi oud glas in lood uit de 14e eeuw. Het oude centrum is meer dan de moeite waard en natuurlijk moeten we niet vergeten dat Ahrweiler een belangrijk centrum is voor de productie van rode wijn. Voor elk wat wils. Het is vandaag net als gister broeierig warm met het kwik boven de dertig graden, ideaal fietsweertje. Na Ahrweiler fietsen we richting Altenahr. We hebben er zin in, de bedoeling is om in Altenahr de trein terug te nemen naar Remagen. De fiets meenemen in de trein is hier gratis in het weekend en daarom doen veel mensen dit. Gelukkig komen we er op tijd achter dat er helemaal geen trein rijdt de komende dagen ivm werkzaamheden aan het spoor. We komen dan ook niet verder dan het dorpje Rech waar ook alles draait om de wijn. Het fietspad langs de Ahr is prachtig en gelukkig vrij vlak, het gedeelte tussen Ahrweiler en Altenahr is één van de mooiere stukken. We moeten nu dus ook het stuk weer helemaal terug fietsen. Een streep door de rekening. Onderweg stoppen we nog een paar keer om te genieten van de omgeving. Het Ahrdal biedt een indrukwekkende combinatie van ruig en pastoraal landschap, met in het midden het snelstromende riviertje de Ahr. Het dal is een prachtig fietsgebied. Als we weer terug zijn op de camping rusten we even uit en maken ons op voor het avondprogramma. Eerst heerlijk eten in ons Turks restaurantje en daarna kijken en luisteren naar een optreden van een grote “Big Band”. De tijden van Glenn Miller herleven op het marktplein in Remagen. De horeca doet goede zaken, en het is nog lang onrustig.
Zondag 30 augustus. Heerlijk geslapen en het zonnetje is vandaag al weer vroeg op. We hebben de camper niet helemaal in de schaduw staan waardoor het al snel warm wordt binnen. En aangezien onze Woody ook weer mee is op reis moeten daar rekening mee houden. Remagen is niet alleen een mooi stad maar natuurlijk ook verbonden met de tweede wereld oorlog. In 1945 deden de Duitsers een vergeefse poging de brug te laten springen. Daardoor werd dit de enige Rijnbrug die de geallieerden min of meer bruikbaar in handen kregen. Later stortte de zwaarbeschadigde brug alsnog in. In de resten van de pijlers van de Brug is het “Friedensmuseum” gevestigd. We beginnen de dag met een bezoek aan dit museum. Veel foto’s laten een goed beeld zien van de dagen rond 7 maart 1945. Nu weten we ook waarom onze camping de naam “Goldene Meile” draagt. Generaal Eisenhower vond dat de verovering van de brug, het gewicht van de brug in goud waard was. En de brug was destijds 1600 meter lang en dat is precies één mijl. Wat een educatie op de vroege zondagochtend. Na het bezoek aan het museum gaan we naar Linz. Linz ligt aan de andere zijde van de Rijn. We nemen de veerpont naar de overzijde maar nemen de fietsen niet mee. Scheelt niet alleen in prijs maar vooral voor gemak in de drukte. We willen met de mooie ouderwetse “Rote Schienenbus” uit de jaren vijftig door het Kasbachdal omhoog naar Kalenborn gaan en dan door het dal terug lopen. De trein vertrekt vanaf het station in Linz en brengt ons via Kasbach en de Alte Brauerei naar Kalenborn. Een mooie rit van twintig minuten, de wandeling terug naar Linz is andere koek. Het is niet alleen de afstand (12 kilometer) maar vooral ook het pad naar beneden en de warmte die er voor zorgen dat het een echte uitdaging wordt. De wandeling door het dal is schitterend en drie en een half uur later komen we enigszins gebroken terug in Linz. We duiken neer op een terrasje en nemen iets te drinken. Wat een wandeling was dat zeg, op het toilet verfrissen we ons. In het oude centrum van Linz is het erg druk, er is een jaarmarkt, wat ook veel gezelligheid geeft. Op onze laatste krachten lopen we nog een rondje door de stad. We besluiten om hier iets te gaan eten voor we weer terug fietsen naar onze camping. Het wordt een pizza en een dönner-schotel, heerlijk. We lopen terug naar de pont en springen daarna weer op de fiets. Eenmaal op camping terug nemen we een warme douche en genieten van de avond.
Maandag 31 augustus. We zijn op tijd wakker. We hijsen ons het bed uit, de wandeling van gister heeft ons goed gedaan. In het zonnetje ontbijten we en daarna pakken we de boel weer in. Vandaag willen we verder rijden. Naar de Chiemsee bij de Oostenrijkse grens. Om half tien rijden we weg. De camping was prima maar geen topper. Via Koblenz, Frankfurt, Nürnberg en München rijden we naar de Chiemsee. Onderweg veel wegwerkzaamheden, die uiteindelijk niet zoveel last geven. We zijn wel weer heel blij met onze airco, want de temperatuur buiten is tropisch. Als we bij de camping aankomen blijkt deze vol te zijn, ook een camping ernaast heeft geen plek voor ons. Wat nu! Het zit niet mee. Dan maar verder rijden en een stop maken in Bischofswiesen op “Camping Winkl-Landthal”. We kennen deze camping nog van een paar jaar geleden. De rit er naar toe is heel mooi, het Oostenrijkse landschap laat zich hier goed zien. Grazende koeien op groene weides en piep kleine huisjes, geplakt tegen de bergen. De ontvangst op de camping is allerminst vriendelijk, het gezicht van de eigenaresse spreekt boekdelen, ze is het seizoen al meer dan zat denken wij. Jemig. Maar we willen wel graag een plekje want we zitten er aardig doorheen. Als de camper staat maak ik wat te eten op ons kookplaatje. Het uitzicht hier is geweldig, dit maakt veel goed. Op tijd gaan we naar bed. Het was een enerverende dag.
Dinsdag 1 september. De berglucht heeft ons goed gedaan, we hebben lekker geslapen. Unaniem besluiten we om verder te rijden, de camping voelt niet goed. We doen eerst wat boodschappen en gooien de tank weer vol, op naar Bled. De navigatie wil ons over smalle weggetjes de bergen in sturen, dat doen we dus niet! Met behulp van de ouderwetse routekaart vinden we de juiste weg. Bij Salzburg draaien we de A10 op naar Villach. Wat is Oostenrijk toch mooi. De Alpen vormen de ruggengraat van Oostenrijk. Het gehele westelijke deel van het land wordt er door ingenomen. Het blijft fascinerend om te zien. Na Villach rijden we de Karawankentunnel in en als we die weer uit rijden zitten we in Slovenië. Het is nu nog maar een paar kilometer naar Bled. Als we Bled binnen rijden worden we overdonderd door het zicht op het “Meer van Bled”. Wat een schoonheid. Eigenlijk wilden we doorrijden naar Bohinj, maar dit moois willen we niet missen. We maken een stop op “Camping Bled”. Op reviews komt deze camping niet goed naar buiten maar wij weten inmiddels beter. De ontvangst bij de receptie is zeer goed, een vriendelijk lachend meisje legt ons de huisregels uit en we mogen zelf een plaatsje zoeken. Het is een grote ruime camping met meerdere sanitairunits. We vinden een mooi plekje onder de bomen en voor we het weten zitten we aan een kopje thee voor onze camper. Het begint te kriebelen, we willen het “Meer” zien. Het mooie weer werk hier natuurlijk ook aan mee. Op de fiets fietsen we het “Meer” rond, als uit een sprookjesboek gescheurd: zo geweldig is het. We drinken iets op het terras van de plaatselijke mini-golfbaan en genieten van alles om ons heen. Bled heeft geen echt oud centrum legt de jongen achter de bar ons uit, wel een oud kasteel en een prachtige kerk op het eilandje in het “Meer”. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor de stad; vooral het “Meer” van Bled trekt vele bezoekers. Zonaanbidders bevolken de kleine strandjes en oude mannetjes proberen ons hun bootjes in te lokken voor een tochtje op het water. Bij de ingang van de camping is naast het grote restaurant ook een terras waar je wat kan eten en drinken. Het warme weer zorgt ervoor dat we veel moeten drinken en niet alleen water, we bestellen ook een hamburger met friet, het is een megaburger en dat voor zes euro! De avond vullen we met lezen en het terugkijken van de foto’s. Wat is het hier mooi!
Woensdag 2 september. Vandaag houden we een rustdag. Gewoon lekker uitslapen, beetje opruimen, wat schoonmaken, een boekje lezen, reisverhaal bijwerken en genieten van het weer! Maar helaas na het ontbijt begint het te regenen, weliswaar niet hard maar toch. Zijn wij blij dat we gister alles gezien hebben “met” het zonnetje. Als het in de middag iets opklaart gaan we in de camping-super wat boodschappen doen. De aanblik op het “Meer” is nu wel erg troosteloos. Wat een verschil. Vanavond eten we spaghetti, met lange broek en trui zitten we onder de luifel en genieten van het eten. Als we weer binnen zitten bij onze Woody horen we onweer aankomen, en begint het echt te regenen. Het gekletter op het dak heeft ook wel weer iets, en ook het spinnen van Woody geeft ons een goed gevoel. Eind goed, al goed.
Donderdag 3 september. Het heeft de hele nacht geregend. En volgens de voorspellingen blijft het de komende dagen ook nog zo. Dan is het mooi om een camper te hebben en de boel (nat) in te pakken en zo snel mogelijk naar de zon te rijden. Nadat we water hebben geloosd en weer schoon water getankt rijden we verder richting Ankaran. Slovenië is een mooi land, het ziet er schoon uit en alles is keurig geregeld. De wegen netjes en goed onderhouden, misschien raar maar je verwacht anders. Het geheimzinnige landschap wordt gekenmerkt door een indrukwekkend bovenaards landschap en een nog veel indrukwekkender onderaards landschap. Het gebied is rijk aan alle mogelijke (landschaps)vormen die in kalkgesteente kunnen ontstaan. De slogan I FEEL sLOVEnië begin ik steeds beter te begrijpen. Inmiddels schijnt de zon weer zoals we dat gewend waren, heerlijk. Van Bled naar Ankaran is het ongeveer twee uurtjes rijden, Rond half drie rijden we Camping Adria op. Een nette ontvangst en naar later zal blijken ook een nette camping. We willen vanmiddag op de fiets naar Koper. In het zonnetje nemen we eerst wat te eten en ruimen we de natte boel uit en leggen het te drogen in de zon. Als alles weer op orde is pakken we de fietsen en gaan op pad. Er zijn geen duidelijke fietspaden maar we komen na vijf a zes kilometer fietsen toch in het centrum van Koper. Het oude stadscentrum toont een mozaïek aan architectuur uit verschillende periodes. De gerenoveerde gebouwen, straten en pleinen laten de kostbare artistieke sfeer van vroegere tijden herleven. Koper is een echte stad om rond te dwalen en op zoek te gaan naar de vele interessante paleizen, façades, sacrale gebouwen, waterputten en ‘Venetiaanse invloeden’. Na een wandeling door deze mooie oude binnenstad eten we een ijsje en heerlijke cevapcici in de haven, er ligt zelfs een groot cruiseschip afgemeerd. Terug op de camping hebben we de avond helemaal voor ons zelf, we lezen wat en drinken een borrel.
Vrijdag 4 september. Vandaag staat een bezoek aan Piran op het programma. We gaan met de bus omdat het te ver is om te fietsen. De bus vertrekt om negen uur. Snel onder de douche door en een ontbijtje. Netjes op tijd zitten we in de bus, eerst naar Koper en daar overstappen op de bus naar Piran. De aansluiting is gelukkig perfect want de meeste bussen rijden hier maar om de paar uur! Een dik uur later lopen we in Piran. De eerste indruk is geweldig, wat een mooi dorp. Het doet ons denken aan Porto Fino. We drinken een cappuccino op een terrasje met uitzicht op de schilderachtige haven. Het is nu al genieten, we maken veel foto’s. Piran is zonder twijfel de meest romantische plaats aan de Sloveense kust, het best bewaard gebleven culturele monument van Sloveens Istrië en wordt vaak beschreven als ‘de parel aan de Adriatische Zee’. We lopen over de oude stadsmuur eerst naar de St George’s Kerk, de grote Venetiaanse toren van deze kerk is het gezichtspunt van Piran. Ook de oude vuurtoren aan het einde van de kade is prachtig. Op de grote rotsblokken langs het water liggen mensen heerlijk te zonnen. De lucht van zonnebrandolie komt ons tegemoet. Piran bestaat uit veel oude kerkjes en gebedshuisjes. Op het grote plein met het oude gemeentehuis eten we een pizza. Italië is dichtbij. Als we door het oude centrum met zijn donkere smalle steegjes lopen worden we overvallen door een groep dorpelingen die aan een grote lange tafel midden op straat zitten. De tafel is overladen met heerlijkheden, broodjes, cake, wijn maar ook twee grote bakken met ijs. De mensen aan tafel willen dat wij ook een ijsje nemen en natuurlijk zeggen wij daar geen nee tegen, zo’n heerlijk aanbod. De sfeer is niet te beschrijven, ze vieren het einde van het seizoen zo horen wij later. Enigszins verbaasd en overrompeld lopen we verder en vallen van de ene in de andere verbazing, wat is Piran een prachtig dorp. Meer dan de moeite waard voor een bezoek. Op tijd hebben we de bus terug en ook de aansluiting in Koper is prima. Ondanks de mindere weersvoorspelling vooraf is het toch een mooie dag geworden. We maken een eenpansgerecht met aardappeltjes, varkenshaas, ui, champignons en doperwtjes. Met een glaasje wijn erbij kan onze dag niet meer stuk. Het was gewoon mooi.
Zaterdag 5 september. Vannacht werden we gewekt door de regen, dat betekent snel het bed uit en de spulletjes buiten opbergen. Als we weer in bed liggen wordt de regen heviger, gelukkig valt het achteraf mee. Rond negen uur worden we wakker en is het weer droog buiten, we gaan lekker ontbijten. Vandaag doen we rustig aan. Lezen met een bakje koffie erbij en daarna lopen we naar de winkel om boodschappen te doen. We halen brood, fruit, groenten en natuurlijk cevapcici, die is inmiddels populair bij ons. We gaan ze vanavond op de plaat grillen met een lekkere pasta. Half Sloveens half Italiaans. Tussen de middag vers brood en heerlijk beleg. Na het eten lopen we met onze stoeltjes onder de arm naar het water. De kust van Slovenië is niet zo breed maar op de meeste plaatsen adembenemend. De zon is helemaal doorgebroken en de mensen lopen met tassen met zwemspullen over de promenade. Wat een uitzicht, we zien de kust van Koper en zelfs Piran. Tijd voor een ijsje. Alleen het geklots van het water tegen de kade en het gesnor van jetski’s doorbreken de rust. We lopen terug naar de camper. De regen die voorspelt was voor vandaag komt als we zitten te eten. Gelukkig hebben we het bijna op en kunnen we naar binnen aan de koffie. Het is alweer aardig vroeg donker. We lezen nog wat en drinken een borrel, op tijd duiken we ons bed in. Het was een heerlijke dag.
Zondag 6 september. Wakker worden van alweer een stralende dag. Wat is er mooier? Blote voeten op het gras, zorgeloze dagen, zwoele avonden, kortom vakantie. Wat een poëzie op de vroege morgen. Vandaag verplaatsen we de camper 43 kilometer, naar Novigrad. Camping Adria is een perfecte camping, mooie plaatsen, schoon sanitair en dichtbij enkele leuke dorpjes. En zeer behulpzaam personeel. Om tien uur verlaten we de camping en via een prachtige binnenweg rijden we langs de kust naar Novigrad. Op de grens tussen Slovenië en Kroatië moeten we stoppen en onze paspoorten laten zien! Dat is lang geleden. Ook moet er weer ouderwets geld gewisseld worden. Het lijkt of we teruggaan in de tijd. We rijden Istrië binnen. Istrië kent een groot verschil tussen kust en achterland: levendige havenstadjes en drukbezochte vakantiecentra aan de ene kant, natuur, rust en landelijke idylle aan de andere kant. We beginnen bij het begin: de kust. De camping die we uitgezocht hebben voor de eerste stop is Camping Serena maar als we een rondje lopen over de camping om een plekje te zoeken valt de camping ons erg tegen. Dicht op elkaar en weinig sfeer. Op naar onze tweede keuze, dat is “Camping Park Mareda”. Wat een drukte bij de receptie van deze camping, het lijkt wel hoogseizoen, wij horen dat het zuiden van Duitsland nog tot zestien september vakantie heeft. Dat geluk hebben wij weer. Toch vinden we een mooi plaatsje, en als we eenmaal alles op orde hebben beseffen we dat we zelfs een héél mooi plaatsje hebben. Op een rustig punt, naast een volleybal veldje, vrijzicht op zee. Helemaal top. Het is wel een mega-camping, gelukkig merken wij daar niets van op ons stekje. Gratis wifi op de hele camping, en nieuw sanitair zo zien wij. Tijdens ons verkenningsrondje worden we steeds enthousiaster. We pakken onze stoeltjes en genieten van alles, en we komen tot rust. Want zo moeten modderen voor een plekje zijn wij niet gewend. Ik maak iets te eten. Met ons zicht op zee zien we dat er een mooie zonsondergang aankomt. Gewapend met camera lopen we naar de waterkant. En inderdaad het is geweldig. Twee jongens spelen op hun gitaar, prachtig, wat een mooi romantisch einde van deze dag.
Maandag 7 september. De lucht is blauw,schat ik hou van jou. Met die gedachte word ik wakker. Het is werkelijk een feestje, op deze camping klopt alles. En we zijn er net, dat beloofd nog wat. Na het ontbijt pakken we de fiets en fietsen langs de schitterende kust naar Novingrad. De Adriatische kust met meer dan duizend eilanden, talloze baaien en prachtige havenstadjes ligt naast ons. Het is vier kilometer fietsen op een perfect aangelegd fietspad, onderweg allemaal mensen die genieten van het mooie weer en hun vakantie. We komen Novigrad binnen bij de jachthaven, als ik zeg jachthaven dan is het een jachthaven, jemig wat een mega-boten. Hier ligt het grote geld, dat is ook te zien aan de auto’s op de parkeerplaats van de jachthaven. Uit de speakers van de loungebar komt zwoele muziek, oudere mannen met ietwat te jonge vrouwen zitten al aan de bubbeltjes. Is dit nu het Zwitserleven gevoel? We fietsen verder en stallen onze fietsen voor de deur van het infocentrum, waar we meteen een stadsplan halen. Voordat we beginnen aan de wandeling eerst tijd voor een koffie en een ijsje, het uitzicht op de oude haven is oogstrelend, oude pandjes in pasteltinten, vissersboten en zeemeeuwen beheersen het beeld. Novigrad, een oorspronkelijk zeevaarders- en vissersstad, heeft zich heden ten dage op het toerisme geconcentreerd waarvan de jachthaven onderdeel is. De middeleeuwse stad heeft de jaren goed weten te doorstaan. Istrië heeft alles is de slogan, tot nu toe klopt dat. Schelpen, sponzen en zeesterren - kleine kunstwerken van de natuur zijn hier geliefde souvenirs. De oude stadskern is goed per voet te verkennen. De Sv. Pelagija een romaanse parochiekerk met zijn Venetiaanse campanile bezoeken we als eerste. Met de “History city guide” in de hand maken we het rondje af. Bij een plaatselijk bakkertje halen twee heerlijke appelbollen, een specialiteit, en eten die in een betoverend hofje op. Nog één keer langs de historische haven, want dat is toch wel het mooiste gedeelte van Novingrad vinden wij. We fietsen terug naar de camping en pakken onze zwemspullen om een duik te nemen in die mooie Adriatische zee. Vanavond gaan we eten in het restaurant, terwijl we weer getuigen zijn van een mooie zonsondergang genieten we van ons eten. Tja, het Zwitserleven gevoel kent vele levels.
Dinsdag 8 september. Vandaag begint de dag vervelend, onze Woody voelt zich niet goed. Ze heeft gespogen en ook de kattenbak is goed gebruikt zo kunnen wij ruiken. Alles wat ze eet spuugt ze weer uit. Dus even helemaal niets voor haar. Nadat we de boel schoongemaakt hebben begin ze wat op te knappen. Misschien door het kraanwater of verkeerd eten? Dan zijn we zelf ook van slag. Gelukkig gaat het in de loop van de dag beter. We doen de was en nog wat van die kleine klusjes. In de loop van de middag gaan we nog een duik nemen in zee. Als we terug komen heeft Woody weer wat babbels. We vullen de tijd met lezen, dagboek bijwerken en heerlijk koken bij de camper. Uit de speakers van de strandbar komt de perfecte muziek om even bij weg te dromen. We gaan vanavond op tijd naar binnen, kunnen we heerlijk met Woody knuffelen.
Woensdag 9 september. Goed geslapen, en al vroeg is iedereen op de camping alweer in de weer. Het is nog steeds erg druk op de camping. Vanuit de camper kunnen we de rij met wachtende mensen bij de bakker in de gaten houden, als er een gaatje valt ren ik er als een gek naar toe. Heerlijk vers gebakken brood. Op deze camping kom je niets tekort. Vandaag fietsen we er even uit naar Dajla, een klein gehucht boven Novingrad. Er staat een bijzonder oud klooster, als we er stoppen om foto’s te maken zijn we enorm verbaasd over de mooie ligging maar ook over het verval. We moeten ineens denken aan het programma “Ik vertrek” een mooie bed and breakfast in Istrie, eerst maar de taal leren en dan verder dromen. Een eindje verderop drinken we een kop koffie in een zeer relaxed strandtentje. Bij een stalletje ernaast kopen we verse groenten voor vanavond en fietsen we weer terug naar de camping. Na het brood eten pakken we de zwemspullen en gaan naar zee. Lekker skinny dippen. In de blote bips de zee in, iets wat hier heel gewoon is. En alweer is het zo’n rustige dag, niets moet maar alles mag.
Donderdag 10 september. Het laatste nachtje op “Camping Park Mareda”. En weer lekker geslapen, we zijn al om zeven uur wakker maar blijven toch nog even liggen. Vandaag gaan we een stukje verderop kijken. Naar Vrsar een kleine dertig kilometer naar het zuiden. Camping Mareda is top, alles er op en er aan zou Theo Maassen zeggen. En dat is ook zo. Rond tien uur rijden we weg. Onderweg stoppen we om te tanken en om boodschappen te doen bij de Lidl. Alles wieder in ordnung. De voertaal is hier: Duits! We gaan naar Camping Koversada, een naturisten camping, en wel de meest bekende naturische centra van Europa. Het is geopend in 1961 toen de eerste toeristen hier hun paradijselijke droomvakantie waarmaakten. De camping ligt op een miljoen vierkante meter met vijftigduizend vierkante meter strand. Het strand bestaat uit een rots en kiezelstrand met aangelegde plateaus. Het centrale strand is een zandstrand en beschikt over een Blue Flag, dat een internationale aanduiding van schoon zeewater betekent, het water maar ook het strand is zeer schoon. We vinden snel een mooi plaatsje en installeren ons. Het weer is wat bewolkt, en tussen de wolken door schijnt de zon. Als we aan ons sneetje brood zitten merken we dat het hier heerlijk rustig is. Ook hier weer uitzicht op zee en uitzicht op een bruggetje die een eilandje voor de kust verbind met de camping. Aan het eind van de middag springen we op de fiets en gaan naar het centrum van Vrsar. Het is nog geen tien minuten fietsen en al snel staan we aan de haven en stallen onze fietsen. Vrsar ligt aan de monding van het Limski kanaal. Het is een geliefd kuuroord en schilderachtig stadje gelegen op een heuvel en ook hier bekroond met een mooie Venetiaanse kerktoren. Het prachtig bewaard gebleven dorpje bestaat uit een doolhof van steile, nauwe steegjes, lommerrijke patio’s en natuurstenen huisjes met blauwe luiken. Het overvalt ons hoe mooi het is hier. Giacomo Casanova bracht eind 18e eeuw tot tweemaal toe een bezoek aan Vrsar en beschreef het ook in zijn memoires. Daarom wordt Vrsar ook wel het Casanova dorp genoemd. We lopen steil omhoog naar de Martinuskerk waar vrij recent een klokkentoren is naast gezet! Op een schitterend terrasje naast de kerk drinken we iets en nemen er een stuk tiramisu bij, en dan merk je hoe dichtbij Italië is. Genieten. We slenteren terug naar de haven. Als we op zoek gaan naar een eettentje worden we een restaurant in getrokken door een jongedame, achteraf was dat zeer de moeite waard. Een glaasje grappa zorgt voor de afsluiting van de dag.
Vrijdag 11 september. Wat is het toch lekker om wakker te worden en te denken wat zullen we vandaag gaan doen. Natuurlijk eerst een vers brood halen bij de bakker op het eilandje, geen lange rijen met wachtende mensen maar gewoon: Bitte!! In het zonnetje ontbijten, douchen en aankleden want we willen op de fiets naar Porec. Volgens onze bronnen een kleine tien kilometer, en over een redelijk fietspad, werd ons verteld. Het stukje vanaf de camping naar Vsar is inmiddels gesneden koek, een steile klim en dan neus op het stuur en gaan. Toch blijf ik Vsar een geweldig dorpje vinden, met name de levendigheid rondom de haven. De rit op de fiets naar Porec gaat inderdaad over een stukje redelijk fietspad maar het grootste gedeelte is een zoektocht over de wandelpaden van de enorme vakantieresorts. Het is een echte speurtocht. Wat we nu wel heel goed meekrijgen is de geweldige drukte, het lijkt wel hoogseizoen. De treintjes die de toeristen hier rondrijden maken overuren. Ze zitten zelfs op het dak. Het is een ware survivaltocht. En toch halen we het centrum van Porec of Parenzo zoals de Italianen zeggen. Italiaans is de tweede taal hier en bv alle plaatsnamen worden in die twee talen aangegeven, zoals bij ons in Friesland. Het voormalig vissersdorpje wordt in de zomer verzwolgen door het massatoerisme. Gelukkig bevinden de grote hotelcomplexen zich in het zuiden en is de stadskern met haar doolhof van natuurstenen huizen relatief onbedorven gebleven - ijssalons en goedkope souvenirwinkels daargelaten. Het pronkstuk van Porec is de Euphrasiusbasiliek in het oude centrum van de stad. De 6e-eeuwse Byzantijnse basiliek die rond 535 in opdracht van Bisschop Euphrarius gebouwd werd, is versierd met prachtig mozaïek. Sinds 1997 staat deze kerk op de lijst van Unesco Werelderfgoederen. Binnen zijn twee rijen marmeren zuilen met prachtige kapitelen te zien en bij het altaar mozaïek met bijbelse taferelen. Het bisschopspaleis achter de basiliek bezit een van de oudste vloermozaïeken. We wandelen door de Dekumanska, een autovrije straat die door het centrum van de stad loopt. We halen iets te eten en gaan heerlijk in het park zitten, even weg van de drukte. Een bezoek aan het oude centrum van Porec is meer dan de moeite waard, het is erg fotogeniek, heeft mooie terrasjes en prima restaurantjes. Toch springen we (na een ijsje in oude haven) op fiets en wringen ons weer door de vakantieresorts, een stukje drukke weg, iets wat op een fietspad lijkt en tot slot de haven van Vsar terug naar de camping. Als we op onze stoeltjes aan de waterkant zitten genieten we van ons plekje. Vanavond hebben we kip met ananas op de grillplaat en verse groenten. Langzaam zakt de zon in zee. Wat een fijne dag.
Zaterdag 12 september. Geslapen als een os. Rustig opstaan en genieten van het mooie weer, dat is de bedoeling van vandaag. De dagen vullen met ontspannende dingen doen begint aardig te wennen. Camping Koversada is een prima camping met veel goede voorzieningen, we hadden vooraf nogal slechte recensies gelezen maar tot nu toe kunnen wij ons daar niet in vinden. Prima ruime plaatsen en misschien is het sanitair wat gedateerd maar het is heel schoon. Een ijsje eten aan de haven in Vsar is het uitje voor vandaag. De zon gaat rond half acht al onder en dan wordt het snel frisser, dat is als je later in het seizoen op vakantie gaat. We eten nog wel buiten. Genieten even mee van de lounge-muziek (Budha Bar) van de buren en gaan op tijd naar binnen.
Zondag 13 september. Opstaan, vers brood halen, ontbijten, douchen en dan de camper inpakken. Een logisch begin van de dag. We willen vandaag verder naar Rovinj. Dus bij dat logische begin komt nog wat bij, namelijk, water lozen, water vullen en het toilet legen. En als we dat allemaal gedaan hebben moeten we nog afrekenen. Het is half elf. We parkeren de camper bij de receptie en gaan naar binnen, er zijn nog wachtende mensen voor ons dus we sluiten aan in de rij. En dan uit het niets rennen er twee mannen in het zwart gekleed met helmen op naar binnen en roepen: Uberfall, Uberfall!!! De man of jongen die het dichts bij mij in de buurt is heft een pistool en schiet een keer. Beide rennen op de balie af. Wilma is inmiddels met een andere vrouw naar buiten gevlucht. Ik sta een fractie van een seconde aan de grond genageld en denk van alles, ik moet ook weg hier, kan ik nu wegrennen, durf ik wel weg te rennen, waar is Wilma. Ik zie dat de persoon met het wapen op de balie wil springen en heb het besef dat dat de gelegenheid is om ook naar buiten te rennen. Er flits van alles door mijn hoofd, maar gelukkig zie ik Wilma en samen rennen we naar de camper, een veilige plek denken wij. Eenmaal binnen voelen we de paniek, waar is mijn camera, moeten we de politie bellen? Er zijn nog geen twee minuten voorbij. De overvallers zijn dan al gevlogen met wat geld uit de kas! Wat achterblijft zijn de geschokte meisjes achter de balie, ook de mensen die allemaal stonden te wachten toen het gebeurde druppelen weer binnen. Allemaal doen ze hun verhaal. De politie arriveert na een minuut of tien en brengt de rust terug. Wij kunnen weer verder, we hoeven geen verklaring af te leggen. En dan stap je de camper weer in en rijdt je weg, op naar Rovinj. We kennen de beelden van de tv, maar er midden in staan is toch anders. In Rovinj gaan we op “Camping Polari” staan. Hier zijn we enkele jaren geleden al eens geweest en willen hiervandaan per fiets naar het oude centrum van Rovinj gaan. In onze reis langs de westkust van Istrïe mag Rovinj natuurlijk niet ontbreken. We mogen zelf een plekje zoeken en dat lukt, alleen het neerzetten van de camper heeft wat voeten in aarde, en schaduw en de sat-schotel moet het doen, er moet vanavond immers naar Studio Sport gekeken kunnen worden. Ja het leven gaat gewoon door. En dat had vanochtend in één seconde anders kunnen zijn.
Maandag 14 september. Ondanks de heftige gebeurtenis van gister hebben we toch goed geslapen. Volgens de verwachting blijft het vandaag bewolkt en houden we kans op regen. Ons plan om vandaag op de fiets naar Rovinj te gaan valt af, we stappen over op plan “B”. Dat houd in: met de bus naar Rovinj. Dat is wel jammer omdat de fietstocht langs de kust erg geschikt is en bijzonder mooi. We hebben dit namelijk enkele jaren geleden al eens gedaan. De bus stopt voor de receptie van de camping en brengt ons naar het busstation in het centrum van Rovinj. Deze bus rijdt meerdere keren per dag. Het weer is ons goed gezind tot nu toe. De grootste bezienswaardigheid is de oude stadskern die geheel in Italiaanse stijl is opgebouwd, zelfs een grote Venetiaanse kerktoren ontbreekt ook hier weer niet. Het geheel ligt op een schiereiland in zee. Aan de haven staat de laatrenaissancistische klokkentoren met een fraai reliëf van de Leeuw van San Marco. Daar tegenover zien we de Venetiaanse Balbi-poort. Net achter de poort staat het gemeende museum, waar werken van oude meesters hangen. We wandelen de “Grisia” omhoog, een van de talrijke smalle trappenstraatjes met galeries en ateliers. De steile klim omhoog brengt ons bij de drieschepige, overal bovenuit torende kathedraal Sv. Eufemia uit 1736. Als we de kerk inlopen hebben we het geluk dat de sarcofaag met de heilige Eufemia is geopend. Het kan volgens ons ook een wassenbeeld zijn die daar in de kist ligt. Het is wel een beetje bizar. Op een terras net buiten de kerk drinken we koffie en hebben een pracht uitzicht over de baai. We vervolgen de wandeling door de nauwe hobbelige steegjes met nu meer winkeltjes en restaurantjes met hele kleine terrasjes die boven het water hangen. Erg fotogeniek allemaal. Eenmaal beneden komen we op een overdekte markt terecht, en binnen een paar seconde voelen we een toeristische deken over ons heen vallen. Handelaren proberen op een agressieve wijze hun handel: olijfolie, truffels en vruchten aan de man te brengen. Wij laten ons alleen verleiden om hangend aan een buitenbar wat te drinken, de plaatselijke Merlot is prima. We wandelen verder door dit middeleeuws havenstadje, of is het een toeristen-centrum. Laten we het in het midden houden. Rovinj met zijn Venetiaanse huizen en elegante piazza’s geven het een Italiaanse sfeer. In de haven ligt een mix van vissersboten en luxe jachten en toch heeft Rovinj zijn karakter weten te behouden. Aan de haven nemen we nog een heerlijk Italiaans ijsje, bellisimo. Op het station nemen we bus terug naar de camping, eenmaal op de camping begint het te druppelen. Rond zessen begint het op te klaren en komt de zon zelfs door. Dus alles weer naar buiten en het buitenkeukentje installeren. Ik haal wat verse groente bij een stalletje op de camping en maak een heerlijke pasta. Zo is het wordt toch nog een hele gezellige dag geworden. Waar we niet vrolijk van worden zijn de beelden later op de avond op tv. Duizenden vluchtelingen die Europa proberen binnen te komen op zoek naar veiligheid en sommige van hen naar geluk.
Dinsdag 15 september. Na Rovinj willen we het binnenland in. We hebben niet zozeer genoeg van de mooie dorpje langs de kust, maar we zijn de toeristenmassa moe. Istrië is geweldig mooi, maar het toerisme is hier ook uitgevonden. We zijn nog steeds een beetje ontdaan van de aanblik van de mega resorts rond Porec. Daarom het uitstapje naar Motovun dat is een bergstadje uit een prentenboek. Omgeven door eikenbossen, weiden en wijngaarden, ver, ver weg van het stranden en de vakantiedrukte. Het is nauwelijks te geloven dat deze plaats op slechts 30 kilometer van de kust ligt. Als we het binnenland inrijden voel je al meteen het landleven, wijnboeren zijn druk met het plukken van druiven, langs de weg stalletjes met een grill waar om deze tijd al een varken boven het vuur hangt. Chauffeurs drinken een bakje koffie in een wegrestaurantje. En een enkele toerist staat langs de weg foto’s te maken. Heerlijk. Het landschap is groen en de hoge bergen met hun pittoreske dorpjes doemen op. Op 277 meter hoogte ligt Motovun een middeleeuws dorpje met net zeshonderd inwoners. Het kijkt uit over het Mirna-dal. Het bestaat uit een voorstad, een benedenstad en bovenstad. In de bossen rond Motovun worden veel truffels gevonden. We parkeren de camper onder in de benedenstad en wandelen een steile hobbelige weg omhoog. Het is een hele klim maar meer dan de moeite waard want de huisjes op helling liggen er stil en betoverend bij. Als we boven komen trakteren we ons eerst op een kop koffie met gebak op het terras van Hotel Kastel. Als we zitten te wachten op de koffie kijken we elkaar aan, dit is wat we zoeken. Rust! De koffie is heerlijk en het gebak meer dan lekker. Naast ons zitten twee oudere Amerikanen ze zijn ansichtkaarten aan het schrijven, ze hebben waarschijnlijk geen idee wat er hier op dertig kilometer afstand aan de kust allemaal gebeurd. We lopen verder over een van de vestingmuren uit de dertiende eeuw, het uitzicht is weids en adembenemend. Aan het eind van de muur komen we bij de 17e eeuwse St. Stephanuskerk. Gebouwd door de renaissancearchitect Andrea Palladio. Ook kun je de bijbehorende klokkentoren beklimmen maar daar is het iets te warm voor. In de smalle steegjes rond het stadsplein vind je veel winkeltjes die producten uit de streek verkopen, truffels maar natuurlijk ook wijn. En de restaurantjes maken hier weer de smakelijkste gerechten van. Het geeft een goed gevoel dit alles. In een klein gezellig winkeltje halen we lekkere dingen voor een picknick, om een idyllisch plekje te vinden om hier van te genieten hoeven we niet ver te zoeken. Als we het op hebben lopen we rustig de berg weer af naar onze camper. We besluiten om Kroatië te verlaten en naar Ankaran in Slovenië te rijden voor een tussenstop richting Italië. Camping Adria waar we op heenweg ook al hebben gestaan word ons doel. Als we op de camping aankomen zoeken we een rustig plekje en kunnen nog heerlijk buiten eten. Het was een fijne dag.
Woensdag 16 september. Vandaag wordt het een relaxdag. Maar om die nu te beginnen met uitslapen en luisteren naar het gekletter van de regen op ons dak dat is nu ook niet de bedoeling. Het houdt al snel op met zachtjes regenen, het komt nu met bakken uit de lucht. Toch gaan we buiten onder onze luifel ontbijten. Het is gelukkig niet koud. Rond de middag en na een paar flinke klappen onweer trekken de wolken weg en komt het zonnetje te voorschijn. We gaan bij de receptie op het wifi terras zitten en kijken op internet wat ons volgende doel wordt. Noord Italië heeft mooie weersvooruitzichten en onze keuze valt dan al gauw op de meren, en met name “Lago di Iseo”. We hebben daar al eens op Camping Covelo gestaan en dat was goed bevallen. Het lijkt ons een prima plan en ter plekke krijgen we er al zin in. We lopen terug naar de camper. Naast ons is een ouder stel uit Brabant komen staan die rondreizen in een oude brandweerwagen die zij zelf hebben omgebouwd en ingericht. Het is geweldig om te zien, deze mensen hebben de halve wereld al gezien vanuit een camper. Van de Noordkaap tot de Sandy Roads in Afrika. We krijgen een rondleiding binnen en het is werkelijk prachtig ingericht, aan alles is gedacht. Het zijn echte gastvrije mensen. In het winkelcentrum naast de camping eten we een ijsje en nemen Tiramisu en Baklava mee voor bij de koffie. Vanavond kip met groenten op de bakplaat en op tijd naar het nieuws kijken want er gebeurd veel in Europa en in Den Haag. Waar gaat dit heen?
Donderdag 17 september. Heerlijk geslapen en we staan op tijd op. Ontbijten, douchen, en de camper rijklaar maken en de buurtjes uit Brabant gedag zeggen. We zetten de neus richting Italië. Voor de grens met Italië staat een grote vliegende brigade die met name busjes aanhoudt en controleert. Wij kunnen zo doorrijden. Via Triëst over de A4 naar Venetië en dan Milaan. Na bijna vierhonderd kilometer gereden te hebben nemen we bij Rovato de afslag en rijden we Iseo binnen. Op Camping Covelo worden we zeer hartelijk ontvangen en krijgen eerst iets te drinken aangeboden. Daarna zoeken we samen een plaats uit. Een half uurtje later zitten we in ons stoeltje en kijken we naar het meer van Iseo met daarachter de bergen. Het is nu al genieten. toch kunnen we de verleiding niet weerstaan en gaan nog even op de fiets naar het centrum van Iseo. Omdat we in 2010 ook al eens hier waren (zie verslag) is het extra leuk om alles weer eens terug te zien. We zijn toen maar twee dagen geweest waarvan we er zelfs één alleen gevaren hebben op het meer. We krijgen helemaal de kriebels om al het moois van dit stadje te ontdekken. We wandelen een klein stukje en nemen een ijsje bij één van de vele gelateria’s. Terug op de camping gaan we in het restaurant eten, lekkere pizza en een plaatselijk wijntje. Het is zelfs druk in het restaurant en het eten is perfect. Wat is het hier mooi en met die gedachte gaan we slapen.
Vrijdag 18 september. Natuurlijk is er op vrijdag ook markt in Iseo, dus op tijd springen we op de fiets. De Italianen vinden het Lago d’Iseo de parel onder de Italiaanse meren. Het Iseomeer wordt omgeven door de groene heuvels van het mooie wijngebied Franciacorta: in dit gebied wordt uitstekende over de hele wereld bekende mousserende wijn geproduceerd en gebotteld. Het is het Italiaanse antwoord op de Franse Champagne! We blijven ons verbazen over de schoonheid en de rust van deze omgeving. De markt in Iseo is groot en we banen ons een weg langs kleding, schoenen, huishoudelijke spulletjes, groenten, fruit, vis, kaas en leuke terrasjes. Op zo’n leuk terrasje gaan we zitten voor een kop koffie. Mensen kijken, wat is dat toch leuk. Op de weg terug doen we wat boodschappen, het kattenvoer voor Woody is op, op de markt hadden ze alles behalve: kattenvoer! Terug op de camping doen we wat kleine klusjes, een wasje, plakken een band en schrijf ik een stukje in het dagboek. Dat doe ik aan de rand van het meer met een stukje worst en een glas Frizzante. In het water voor mij zwemmen eenden zenuwachtig heen en weer, ze denken dat ze wat te eten krijgen. Een zoemend geluid komt dichterbij, het is een mini helikopter die op enkele meters hoogte over het water heen scheert. Iedereen beleefd het gevoel van Iseo op zijn manier. We koken weer lekker buiten en genieten van een prachtige ondergaande zon. Jammer dat het om half acht al donker begint te worden maar dat heb je om deze tijd van het jaar. Het was een heerlijke rustige dag.
Zaterdag 19 september. Vandaag willen we naar het unieke eilandje Monte Isola gaan. Het is een autoloos eiland waar je uitstekend kunt fietsen en wandelen. Het is bereikbaar met een veerboot die onder andere vertrekt uit Iseo. Het is het grootste eiland-meer van Europa. Alleen wat wij nog niet weten is dat er de komende twee dagen een groot cultuur evenement is op het eiland Als we Iseo aan komen fietsen zien we op de pier een rij van wel drie honderd meter staan voor de kaasa van de boot. Al deze mensen hebben het zelfde idee als ons. Die rij zal ook zo blijven want de boot vaart maar om het uur en is zo vol! Als we bij de pier aankomen is het plan van ons snel van de baan. Dan gaan we maar een wandeling door het dorp maken. Het heeft een 12e-eeuwse kerk, met de overblijfselen van verschillende leden van de familie Oldofredi, de plaatselijke heren in de Middeleeuwen. Het levendige stadje Iseo heeft een ontspannen sfeer, met een aantal mooie pleinen en een aantrekkelijke promenade. vanaf de wandelpromenade heb je een fantastisch uitzicht op het Iseomeer en het eilandje Monte Isola. Op het centraal gelegen Piazza Giuseppe Garabaldi bevinden zich een aantal bezienswaardigheden waaronder het Palazzo Vantini, dat momenteel in gebruik is als gemeentehuis. Tijd om iets te gaan eten vinden wij, als we het terras op lopen van een restaurantje moeten we zelfs wachten want de zaak zit helemaal vol. Dan moet het wel goed zijn denken wij. We bestellen lasagne, spaghetti carbonara en een karafje wijn inderdaad het is heerlijk. Ook het uitzicht vanaf het terras is fenomenaal. De rest van de dag vullen we met het luie campingleven.
Zondag 20 september. Vandaag slapen we uit en beslissen dat we nog een dagje hier blijven en dan morgen terug naar huis rijden. We blijven ook op de camping en vullen de dag met lezen, luieren en verder helemaal niets. We eten nog een keer in het restaurant van de camping. En weer worden we trakteerd op een fraaie ondergaande zon.
Maandag 21 september. We draaien de A4 op richting Milaan het is best wel druk op de weg. Het landschap veranderd als we op de E35 rijden naar Como. Omgeven door bergen die gestoken zijn in mooie groene jasjes, hier en daar een kale bergtop, zelfs met sneeuw. We rijden in Zwitserland! Vrachtwagens klimmen moeizaam als oude mannetjes door de bergen. Spoorwegviaducten zo mooi als in een miniatuur. Een waterval klettert naar beneden. Kleine dorpjes met een kerktoren sieren het landschap. Af en toe moeten we slikken, niet van emotie maar door het hoogteverschil. De blauwe hemel steekt sterk af tegen het groene berglandschap. Dan een hele tijd niets: dat was de St Gotthard-tunnel! We hebben dus inmiddels “Camping Covelo" verlaten en rijden richting huis. De camping was weer geweldig, een prachtige ligging aan het meer, schoon sanitair en een goed restaurant. Misschien zijn de auto’s op de doorgaande weg en de trein die af en toe langsrijdt een klein minpuntje. We hebben de rust op “Camping Covelo” terug gevonden die we in Istrië gemist hebben. Het is op het moment mooi zonnig weer en voor we het weten zitten we op de 5 naar Karlsruhe. Het is rustig op de weg. Dat was vanochtend rond Milaan wel anders! We hebben bijna anderhalf uur nodig gehad om Italië uit te komen. In de buurt van Karlsruhe maken we nog een stop om te tanken en om een heerlijke Whopper te scoren, daarna verder over de 61 naar Nederland. Om half twaalf zijn we thuis. Wilma krijgt een dikke knuffel van mij en van Woody, ze heeft ons weer veilg thuis gebracht. Ze vindt het geweldig om te rijden in de camper, maar zo’n lange rit dat doen we niet meer.